Zet de kindnorm centraal in de kinderopvang én in de gezinstijd na de geboorte

Het debat over de crisis in de kinderopvang verhit de gemoederen. Zoveel is duidelijk na de denkpiste die minister Beke gisteren lanceerde in Humo. Of het nu ging om een ballonnetje of om een concreet idee, het ouderschapsverlof zomaar aanwenden om de problemen in de kinderopvang op te lossen, brengt geen zoden aan de dijk. Voor Gezinsbond moet het én én zijn: investeren in de sector van de kinderopvang én zorgen voor een beter evenwicht werk/gezin door betere verlofstelsels.

Dat de sector van de kinderopvang al enkele jaren in crisis verkeert, is al lang geen geheim meer. Tal van experten en mensen uit de sector sloegen al verschillende keren een noodkreet. Ook de gebeurtenissen van de afgelopen maanden toonden aan dat er nood is aan structurele hervormingen. De Gezinsbond pleit al jaren voor een betere basiskwaliteit in de kinderopvang, onder meer door het verlagen van de kind:begeleiderratio omdat het huidige aantal kinderen per begeleider niet goed is voor onze kinderen én niet werkbaar is voor de kindbegeleiders. We verwachten als samenleving, als ouders, als overheid steeds meer pedagogische vaardigheden en communicatievaardigheden van kindbegeleiders. Maar die verwachtingen kunnen ze niet inlossen als het aantal kinderen waarvoor ze gelijktijdig moeten zorgen (de begeleider-kindratio) zo hoog blijft als nu, namelijk 8 of 9 baby’s of peuters tegelijk verzorgen en aandacht geven. Om voldoende kindbegeleiders te vinden moeten we hun werk meer waarderen, beter vergoeden en een beter statuut bieden dan nu het geval is.

De eerste duizend dagen zijn inderdaad cruciaal in de ontwikkeling van een kind. De Gezinsbond wil ook dat kinderen in het eerste levensjaar langer thuis kunnen blijven dan nu het geval is. Maar ouders verplichten om hun ouderschapsverlof hiervoor te gebruiken, zoals minister Beke suggereerde, is absoluut uit den boze. Om te beginnen is het huidige ouderschapsverlof niet geschikt omdat de vergoeding te laag is en niet iedereen er recht op heeft. Bovendien zijn gezinssituaties altijd zeer specifiek en is het net dankzij de flexibiliteit van het huidige systeem dat ouders er voor hun kinderen kunnen zijn op de belangrijke scharniermomenten. Die zijn er ook na het derde levensjaar. Een paar maanden ouderschapsverlof opnemen in het eerste levensjaar neemt trouwens de behoefte aan kinderopvang daarna niet weg.

De kinderopvang is en blijft dus een heel belangrijke dienstverlening voor gezinnen in de eerste 1000 dagen. Dankzij de kinderopvang kunnen ouders gaan werken, een opleiding volgen, inburgeren…  Maar de rol die de kinderopvang speelt, gaat veel ruimer. De kinderopvang heeft ook een belangrijke pedagogische functie voor de kinderen: ze leren er in het beste geval vanalles bij. Net daarom moet er geïnvesteerd worden in de basiskwaliteit: het verlagen van het aantal kinderen per begeleider blijft dus absoluut noodzakelijk.

Investeringen in een langere moederschapsrust en beter vergoed ouderschapsverlof à rato van het minimumloon én in een kwaliteitsvollere kinderopvang met minder kinderen per begeleider gaan dus hand in hand. Dat zal heel wat investeringen vragen, maar ze zijn absoluut nodig. Jonge kinderen en hun ouders op deze manier krijgen waar ze nood aan hebben: een beleid dat de kindnorm centraal zet.

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Gezinsbond

De Gezinsbond is de grootste onafhankelijke gezinsorganisatie van het land en verdedigt de belangen van álle gezinnen in Vlaanderen en Brussel. Het belang van de kinderen staat altijd voorop. De Gezinsbond kan rekenen op de steun van 130.000 leden-gezinnen en 10.000 vrijwilligers.

Meer informatie op www.gezinsbond.be.

 

Neem contact op met

Arduinkaai 16 1000 Brussel

+32 478 36 54 73

pr@gezinsbond.be

www.gezinsbond.be