Nood aan hervormingen mag voor Gezinsbond niet ten koste gaan van gezinnen 

In een eerste reactie op - wat geweten is over - het federale regeerakkoord, begrijpt de Gezinsbond dat de overheid voor een grote uitdaging staat. Om het begrotingstekort terug te dringen wil men meer mensen aan het werk, en ze langer aan het werk houden. ‘Maar tegelijkertijd is het cruciaal om mensen met een kinderwens niet te ontmoedigen. De dalende geboortecijfers zijn op lange termijn nefast voor de arbeidsmarkt, en de hele samenleving. De knelpuntberoepenlijst groeit jaar na jaar aan, terwijl de vergrijzing zich voortzet. De kinderen van vandaag zijn de werknemers van morgen. Daarom moet het haalbaar maken van de combinatie gezin en werk een topprioriteit zijn en blijven’, zegt Ivo Mechels, voorzitter van de Gezinsbond. 

Combinatie gezin en werk 

Door te investeren in een goede combinatie gezin en werk en de koopkracht van gezinnen te beschermen, investeer je in de economie. De nieuwe versoepelingen voor werkregelingen creëren een meer flexibele arbeidsmarkt. Werkende ouders of mantelzorgers kunnen echter niet altijd zo flexibel zijn, want voor onregelmatige uurroosters bestaat er weinig tot geen opvang. ​ 

Kan het familiekrediet hier een antwoord op bieden? Dat is de nieuwe verzamelnaam voor alle verlofstelsels voor ouders en mantelzorgers om voor kinderen of familieleden te zorgen. De Gezinsbond wordt graag betrokken bij de verdere uitwerking en vindt voorlopig alvast verschillende van zijn standpunten terug in het voorstel. Pleegouders krijgen ook ouderschapsverlof en het verlof voor alleenstaande ouders wordt verhoogd. Dat alle zorgverloven blijven meetellen voor de pensioenopbouw, is positief. Ook dat was en is nog steeds een belangrijke eis van de Gezinsbond.

‘Die maatregelen komen er mede op vraag van de Gezinsbond, en sluiten aan bij het signaal dat ouders in Vlaanderen gaven in onze meest recente Gezinsbarometer. Daar zijn we dus tevreden mee. Al is het nog afwachten wat de uiteindelijke maatregelen zullen zijn. De Gezinsbarometer leerde ons ook dat ouders langere moederschapsrust willen, en de vergoeding van het ouderschapsverlof omhoog moet. Maar daar lijkt in de begroting niet voldoende budget voor. Dat is jammer’, zegt Mechels. 

Kinderen en fiscaliteit 

De aftrekbaarheid van de kinderopvangkosten wordt verhoogd. Dat vindt de Gezinsbond een goede maatregel voor veel gezinnen. Tegelijkertijd wijst de gezinsorganisatie erop dat het belangrijk is dat hier dan ook een belastingkrediet aan gekoppeld wordt voor gezinnen die niet kunnen genieten van de belastingvermindering.

Kiezen voor kinderen weegt op het gezinsbudget. Omdat het Groeipakket de minimumkosten van kinderen lang niet dekt, is een kindvriendelijke personenbelasting voor de Gezinsbond cruciaal. Een onderdeel daarvan is de belastingvrije som voor kinderen ten laste. Dat bedrag wordt nu geüniformeerd en dus komt er een gelijk belastingvoordeel voor elk kind. Tot nu toe steeg dat belastingvoordeel mee met het aantal kinderen om grote gezinnen te ondersteunen. De Gezinsbond kan zich vinden in een gelijke belastingvrije som voor elk kind, maar enkel als die voldoende hoog is en de grote gezinnen niet te hard raakt. Omdat deze hervorming budgetneutraal zou zijn, betekent dit dat grotere gezinnen zullen verliezen, terwijl de sociologische realiteit ons ook leert dat er steeds meer samengestelde gezinnen zijn.

Daarnaast wordt de fiscale aftrekbaarheid van onderhoudsuitkeringen verlaagd van 80% naar 50%. Die aftrekbaarheid is volgens de Gezinsbond een belangrijke dam tegen armoede. Door de aftrekbaarheid te verlagen, dreigen onderhoudsplichtigen minder snel akkoord te gaan met de nodige onderhoudsbijdragen. ​ 

Huwelijksquotiënt, overlevings- & gezinspensioen 

Het huwelijksquotiënt, het overlevings- en gezinspensioen worden afgebouwd. Dit zijn allemaal systemen die gunstig waren voor vooral vrouwen die lange tijd zorg opnamen voor hun kinderen. De Gezinsbond begrijpt dat er meer mensen aan het werk moeten, maar pleit voor voldoende lange overgangsregelingen. Aanwervingskansen voor wie weinig of geen ervaring heeft, zijn zeer beperkt boven 50 jaar en zo goed als onbestaande boven 60 jaar, blijkt ook uit cijfers van de FOD Werkgelegenheid. 

‘Verworven rechten van vandaag op morgen afnemen is geen voorbeeld van de rechtszekerheid die een overheid zijn burgers zou moeten bieden. Wie op pensioen is, of bijna op pensioen gaat, kan zijn of haar loopbaan niet meer veranderen. De Gezinsbond vraagt met aandrang om hier voldoende overgangsmaatregelen en een voldoende lange overgangsperiode in te bouwen’, besluit Mechels.