Laat vrouwen niet de dupe zijn van de pensioenplannen
Opiniestuk Gezinsbond en Vrouwenraad, verschenen in De Standaard
Vrouwen werken meer dan ooit, maar de huishoudelijke kloof blijft groot. Tel je betaalde en onbetaalde tijd samen, dan werken vrouwen vier tot zes uur per week meer dan mannen, toont tijdsonderzoek. Als koppels hun eerste kind krijgen, zetten vrouwen nog steeds vaker professioneel een stap terug. Onbetaalde zorg is in België goed voor 1/3 van het bruto binnenlands product, maar wordt nog veel te weinig erkend. Zeker in de tot nu toe gelekte federale pensioenplannen. De Gezinsbond en de Vrouwenraad vragen meer en niet minder pensioengelijkheid.
Er is in ons land nu al sprake van een grote pensioenongelijkheid. Recent gepensioneerde vrouwen krijgen vandaag gemiddeld een kwart minder pensioen dan mannen. Vooral moeders hebben een lager pensioen of komen in armoede terecht als ze alleen komen te staan. Pensioenen zijn namelijk de weerspiegeling van de professionele loopbaan. En vrouwen werken 3 à 4 keer vaker deeltijds dan mannen. Niet (voltijds) werken en de loopbaan onderbreken, is niet altijd een keuze. Voor sommige zorgtaken is er geen of onvoldoende betaalbare opvang. Dan denken we niet alleen aan de tekorten in de kinderopvang, maar ook aan de wachtlijsten in de zorg voor mensen met een beperking, de ouderenzorg, de thuiszorg. En dan zijn het vaak vrouwen die noodgedwongen de zorg opnemen voor jonge kinderen, maar ook voor gezins- of familieleden die ziek zijn. Daarnaast bieden sommige sectoren zoals de zorg doorgaans deeltijdse banen aan, waardoor het praktisch niet haalbaar is om aan voltijdse baan te komen.
De kloof wordt nog dieper
De uittredende federale regering voerde een aantal verbeteringen door in het pensioenstelsel. Zo kwam er een pensioenregeling voor de meewerkende echtgenote en onthaalouders, werden de minimum pensioen opgetrokken en na aandringen van de Gezinsbond en feministische organisaties werden ook sommige gelijkgeschakelde periodes terug meegenomen bij het berekenen van de periode effectieve tewerkstelling.
Maar met de plannen die nu op de tafel van de federale onderhandelaars liggen, dreigt de pensioenkloof niet kleiner, maar zelfs groter te worden. De loopbaanjaren om toegang te krijgen tot het minimumpensioen zouden verhogen van 20 jaar effectief naar 35 jaar; enkel jaren met 156 gewerkte dagen zouden nog meetellen waardoor deeltijds werk wordt afgestraft; en het overlevingspensioen voor nabestaanden na een overlijden van de partner zou worden afgeschaft. Als die plannen werkelijkheid worden, zal iemand die enkele jaren niet kan werken door de zorg voor een ziek familielid, of deeltijds werkt, al snel 15% mislopen op het wettelijk pensioen. Dat kan een verschil van 240 euro bruto per maand betekenen. Dat is opnieuw slecht nieuws voor vrouwen.
Impact op gezinnen
De Gezinsbond en de Vrouwenraad zijn niet naïef en begrijpen de enorme financiële uitdaging waar ons land voor staat. Elke hervorming om tot een (werkbare) werkzaamheidsgraad van 80% te komen is wenselijk. Tegelijk zijn er de vele zorgnoden waar gezinnen vroeg of laat mee te maken krijgen. Daarom moet ons pensioenstelsel gezins- en genderbewust zijn, en rekening houden met de impact van zorg in gezinnen. Alleen zo kunnen we ook langer aan de slag blijven.
De Gezinsbond en de Vrouwenraad blijven daarom aandringen om vrouwen niet de dupe te laten zijn van de pensioenhervormingen. Verstreng de voorwaarden voor het minimumpensioen niet, het zal vrouwen veel te sterk benadelen. Behoud de verlofstelsels, vergoed ze beter en tel ze altijd mee in de pensioenloopbaan. Stel het overlevingspensioen open voor wettelijk samenwonenden, zonder de overgangsuitkering te verkorten. Anders treft ook dat vooral vrouwen, want meer vrouwen dan mannen ontvangen een overlevingspensioen. De kostprijs van die maatregelen weegt niet op tegen de waarde van al de onmisbare onbetaalde zorgarbeid. Alleen zo kan je de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen dichten.
Ivo Mechels, voorzitter van de Gezinsbond
Meron Knikman, voorzitter van de Vrouwenraad