Jongeren online: ouders tasten in het duister
Gezinsbond en Child Focus lanceren nieuwe versie VeiligOnline.be
Ouders hebben heel weinig zicht op het online risicogedrag van hun kinderen en worstelen met de vraag hoe ze hiermee om moeten gaan. Dat blijkt uit het unieke gezinsonderzoek 'Jongeren Online!' van de Odisee-hogeschool en de Universiteit Antwerpen. De Gezinsbond en Child Focus lanceren daarom een volledig vernieuwd vormingspakket 'Veilig Online' voor verenigingen, scholen en individuele ouders.
De studie 'Jongeren Online!' werd uitgevoerd door het Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen van de Odisee-hogeschool, in samenwerking met de Universiteit Antwerpen en met steun van de Gezinsbond. In totaal namen 357 gezinnen in Vlaanderen deel aan de bevraging. Per gezin vulden een jongere (tussen 13 en 18 jaar), een moeder en een vader apart een vragenlijst in. "Dat jongeren samen met hun moeder én vader bevraagd worden over hun online gedrag is uniek", zegt onderzoekster Katrien Symons.
Ouders onderschatten online risicogedrag
Iets meer dan tien procent van de jongeren – zowel jongens als meisjes – geeft toe dat ze via sociale media al eens persoonlijke informatie doorgegeven hebben aan mensen die ze nog nooit ontmoet hadden. Ongeveer een kwart zegt dat ze soms tot zeer vaak mensen toevoegen die ze nog nooit persoonlijk ontmoet hebben. En meer dan de helft aanvaardt wel eens een vriendschapsverzoek van iemand die ze niet persoonlijk kennen. Jongens kijken online vaker naar gewelddadige en pornografische filmpjes dan meisjes. 27% geeft aan dat ze soms tot zeer vaak naar pornografische filmpjes kijken, bij meisjes is dat slechts 6%. 42% van de jongens kijkt soms tot zeer vaak naar gewelddadige filmpjes, tegenover 25% van de meisjes.
Ongeveer één op de tien jongeren heeft ervaring met sexting. Er is nagenoeg geen verschil tussen jongens en meisjes maar het zijn wel vooral de oudere adolescenten, die ook al 'offline' seksueel actief zijn, die aan sexting doen. Opvallend is wel dat ongeveer één op de tien respondenten ooit een seksueel getinte foto van iemand anders hebben verder verspreid zonder dat ze daar de toestemming voor hadden. Meisjes zijn beduidend vaker het slachtoffer van cyberpesten dan jongens. Ongeveer een kwart van de meisjes geeft aan dit al te hebben meegemaakt, tegenover slechts 8% van jongens. Toch bezondigen jongens en meisjes zich ongeveer even vaak zelf aan cyberpesten. Zo'n 8% van de jongeren geeft toe dat ze dit ooit deden.
Ouders zijn niet goed op de hoogte van wat hun kind online doet of ervaart. Als een jongere slachtoffer wordt van cyberpesten, blijkt slechts één op de drie vaders en een kwart van de moeders daar weet van te hebben. Amper 15% van de ouders beseft dat zijn kind vriendschapsverzoeken van onbekenden aanvaardt op sociale netwerken. En alhoewel het kijken naar gewelddadige filmpjes vrij frequent voorkomt, is minder dan 10% van de ouders daarvan op de hoogte. Vaders blijken in de meeste gevallen iets beter op de hoogte van het gedrag van hun kinderen dan moeders.
Toch zijn ouders zich wel degelijk bewust van de gevaren in de online wereld. Moeders schatten de risico's over het algemeen iets hoger in dan vaders en maken zich vooral zorgen over cyberpesten. Vaders vinden het vrijgeven van persoonlijke informatie dan weer het grootste risico. Vier op de tien ouders geloven echter dat hun kind beter kan omgaan met de gevaren van internet dan andere kinderen, terwijl slechts één op de tien overtuigd is van het tegendeel. 64% van de moeders en 51% van de vaders geeft wel toe dat het opvolgen van internetgebruik moeilijker is dan ze verwacht hadden. En ongeveer de helft van alle ouders heeft het gevoel dat ze het internetgebruik van hun kinderen niet goed in de hand kunnen houden.
Regels en afspraken: grote verschillen tussen ouders en jongeren
Slechts 17% procent van de ouders zegt dat ze hun kind online alles laten doen wat het wil. Opvallend genoeg zegt echter ruim 35% van de jongeren dat ze van hun ouders alles mogen doen wat ze willen… De vaakst voorkomende afspraken gaan over:
- De ogenblikken van de dag waarop de jongere online mag
- De informatie die de jongere online mag delen
- Het gebruik van internet op de slaapkamer
- De foto's die de jongere mag posten
- Wie de jongere mag toevoegen op zijn online sociale netwerk
- Met wie de jongere mag chatten
- Hoelang de jongere online mag
Jongeren geven echter systematisch aan dat er minder regels gelden dan hun ouders zeggen. Ook blijken vaders minder vaak op de hoogte te zijn van gemaakte afspraken, of ze zijn minder streng. Zo zegt 65% van de moeders dat er thuis regels gelden over het gebruik van internet op de slaapkamer, bij de vaders daalt dat percentage naar 60%, bij jongeren naar 47%. En terwijl 64% van de moeders aangeeft dat er regels zijn over de foto's die jongeren online mogen delen, is dat bij vader maar 56% en bij de jongeren zelf 44%. Zelfs al zijn er duidelijke afspraken, dan nog worden jongeren vaker niet dan wel gestraft als ze die overtreden. Meer dan de helft van de ouders geeft toe dat ze zelden of nooit straffen als hun kind op internet iets doet wat niet mag. Wanneer we het aan de jongeren zelf vragen, loopt dat cijfer zelfs op tot boven de 60%. Opnieuw blijken de vaders iets milder dan de moeders.
Nog frappanter is het verschil tussen ouders en jongeren wanneer gevraagd wordt of eventuele problemen op het internet thuis besproken worden. Zowel moeders als vaders zeggen dat dit veel vaker gebeurt dan wat de jongeren zelf aangeven. Wanneer ze online problemen ervaren, zegt slechts 29% van de jongeren dit vaak tot altijd met hun moeder te bespreken, terwijl 75% van de moeders gelooft dat dit vaak tot altijd gebeurt. Over het algemeen spreken jongeren hier bovendien nog minder over met hun vader dan met hun moeder. Ruim 9 op de 10 ouders bespreken wel in meer algemene termen de mogelijke risico's van internet met hun kinderen en geven mee dat niet alles wat online verschijnt ook echt waar is.
Ongeveer zeven op de tien moeders en zes op de tien vaders zijn op Facebook bevriend met hun kind. 28% van de moeders en 12% van de vaders zegt 'vaak' tot 'zeer vaak' de profielpagina van zijn kinderen te bekijken. Van de jongeren geeft ongeveer 5% expliciet aan geen Facebook-vriend te willen worden met zijn ouders, en 8% van de jongeren die bevriend zijn met hun ouders, gunnen hen toch maar beperkte toegang tot hun profiel. Bijna de helft van de moeders (44%) en een derde van de vaders geeft toe al eens ingelogd te hebben op de persoonlijke profielpagina van hun kinderen. Dat staat in schril contrast met de 82% van de jongeren die aangaf dat zijn ouders dat nooit zouden doen. Software om de internettoegang van jongeren te controleren of te beperken, wordt bijna niet gebruikt.
Veilig Online: volledig vernieuwd vormingsaanbod en online tools voor ouders
Uit het onderzoek blijkt dat 40% van de moeders en 33% van de vaders graag meer informatie zou krijgen over hoe ze met het internetgebruik van hun kind kunnen omgaan. De Gezinsbond en Child Focus hebben hun vormingsaanbod 'Veilig Online' en de website www.veiligonline.be daarom compleet vernieuwd.
Via focusgroepen en een intensieve samenwerking met de vzw Welzijnsschakels werd een extra inspanning gedaan om het aanbod, de inhoud en de vorm ook beter af te stemmen op de noden van kansengroepen. Het resultaat is een volledig vernieuwd aanbod dat bestaat uit vijf aparte modules: internet en privacy, online relaties en seksualiteit, gamen, sociale media en cyberpesten. Elke module bestaat uit innovatieve en interactieve tools met getuigenissen, animatiefilmpjes, infographics, stellingen en een quiz. Alle tools staan ook integraal online op de vernieuwde website www.veiligonline.be. Ouders kunnen daardoor nu ook op individuele basis meer informatie en advies inwinnen.
De nieuwe vormingen worden aangeboden vanaf 1 september en kunnen via www.veiligonline.be geboekt worden. Scholen hebben recht op een kortingstarief; organisaties die samenwerken met een lokale afdeling van de Gezinsbond krijgen nog een extra korting en organisaties die samenwerken met kansengroepen betalen helemaal niets als ze een vorming willen aanbieden.