Inclusief onderwijs: 300 ouders delen hun positieve ervaringen met de Gezinsbond
Inclusie is niet altijd eenvoudig, en daarom wilde de Gezinsbond achterhalen wat volgens de ouders wel (al) werkt binnen de schoolmuren
De Gezinsbond heeft een nieuw belevingsonderzoek klaar rond inclusief onderwijs. Het rapport is het resultaat van een bevraging bij ruim 300 ouders die hun positieve inclusie-ervaringen deelden. Zo blijkt: veel overleg en communicatie is voor alle ouders dé factor tot het slagen van inclusie op school. En de zogenaamde ‘buddy’s’, waarbij medeleerlingen een handje toesteken bij kinderen met zorgnoden, is nu al een succesformule. De ouders vragen wel een centralere rol voor de school: inclusie lijkt voorlopig een voorrecht voor kinderen van sterkere ouders. Scholen moeten daarom meer ondersteund worden om inclusief onderwijs voor alle leerlingen mogelijk te maken, aldus de ouders. Het rapport is online beschikbaar en bevat veel tips voor ouders met kinderen met zorgnoden en ondersteunende leerkrachten.
Diverse maatregelen maken inclusief onderwijs nu al mogelijk
Inclusie is niet altijd eenvoudig, en daarom wilde de Gezinsbond achterhalen wat volgens de ouders wel (al) werkt binnen de schoolmuren. De Gezinsbond koos voor een bevraging bij ouders zelf om zo veel mogelijk positieve ervaringen in kaart te brengen. En zo blijkt: de talrijke maatregelen die scholen nu al gebruiken om kinderen met zorgnoden te helpen zijn uitgebreid en zeer divers.
“Ouders vinden het belangrijk dat elke maatregel doordacht wordt toegepast, getoetst en indien nodig bijgestuurd. Dat betekent dat leerlingen met een op het eerste gezicht gelijkaardige zorgnood soms een totaal andere aanpak nodig hebben. Dat gebeurt al op verschillende plaatsen. Een aantal scholen heeft de maatregelen voor de zorgleerlingen wegens succes zelfs uitgebreid naar alle kinderen. Volgens ouders hebben de maatregelen niet alleen een gunstig effect op het gedrag van het kind, maar ook op de klassfeer, de werkdruk van de leerkracht en de belasting van de ouders”, zegt Hilde Timmermans van de studiedienst van de Gezinsbond.
"Een aantal scholen breidde de maatregelen voor zorgleerlingen uit naar alle kinderen. De maatregelen hebben een gunstig effect op de klassfeer, de werkdruk van de leerkracht en de belasting van de ouders" - Hilde Timmermans, studiedienst Gezinsbond
Sandra Van Heffen, mama van Sem, Bas en Leif, bevestigt dat de communicatie met scholen doorslaggevend is voor het succes van inclusief onderwijs: “Het is heel belangrijk om met de school te blijven praten, ook wanneer het moeilijk gaat of als je denkt dat er helemaal geen communicatie meer mogelijk is. Want eigenlijk is geen enkele week dezelfde en elke week kom je wel iets tegen waar je samen met de school mee aan de slag moeten gaan. De sterkte van zo’n traject is dat we samen met de school kunnen experimenteren en uitproberen, en daar kunnen onze kinderen alleen maar sterker van worden.”
"Communicatie met de school is heel belangrijk, want eigenlijk is geen enkele week dezelfde en elke week kom je wel iets tegen waar je samen met de school mee aan de slag moet" - Sandra Van Heffen, mama van Sem, Bas en Leif
Klasbuddy’s: succesformule
Opvallend in het onderzoek van de Gezinsbond is dat ouders vaak naar de zogenaamde buddy’s verwijzen, dat zijn klasgenoten die helpen bij praktische zaken, het leerproces of er gewoon als vriend zijn. In vele gevallen komen sterke leerlingen vaak naar voren als ‘de dupe’ van de aandacht voor zorgleerlingen, maar ouders ervaren het als een win-win situatie.
“Ouders vinden het inderdaad een goed idee om medeleerlingen als hulpjes te betrekken. Ze kunnen de zorgleerling tips geven en aanmoedigen. Zo krijg je een win-win situatie, want de leerkracht wordt wat ontlast, de sterke leerling ontwikkelt zorgcompetenties en de zorgleerling leert veel bij van zijn leeftijdsgenoot”, zegt Hilde Timmermans van de Gezinsbond.
"Buddy's kunnen de zorgleerling tips geven en aanmoedigen. De leerkracht wordt zo ontlast, de sterke leerling ontwikkelt zorgcompetenties en de zorgleerling leert veel bij" - Hilde Timmermans, studiedienst Gezinsbond
Saara, mama van Adayah (13 jaar) is ook grote fan van het buddy-systeem: “Het buddysysteem is belangrijk, want klasgenoten blijven zo goed op de hoogte van de problematiek van het kind, zeker naarmate het kind ouder wordt. Ideaal ontstaan de buddy’s spontaan in een klasgroep die al wat langer samen is, maar als dat niet lukt, kan de school daar zeker een aanzet toe geven. Adayah heeft nu een spontaan buddysysteem met vriendinnen die haar willen helpen als haar boekentas te zwaar is of die haar bijstaan in de praktijkles.”
Rol van de ouders is nog te groot
De Gezinsbond stelt vast dat de ouders binnen het onderzoek te veel de spilfiguur zijn in het zorgtraject binnen de schoolmuren. Ze nemen een trekkende en vaak zelfs coördinerende rol op terwijl de school maar geven aan dat ze die rol eerder weggelegd zien voor de school zelf.
“De ouders die meewerkten aan de bevraging zijn overwegend moeders, hoger opgeleid, en dankzij hun job of opleiding goed op de hoogte over bijzondere onderwijsbehoeften. Ze zijn niet alleen een spilfiguur in het zorgtraject binnen de schoolmuren, maar doen ook nog vaak beroep op buitenschoolse hulpverlening. Ouders doen dit uit noodzaak, maar zien het liever anders: een centrale rol voor de school en zoveel mogelijk zorg binnen de schoolmuren, tijdens de schooluren. Inclusie mag geen voorrecht zijn voor kinderen van sterke ouders, scholen moeten daarom voldoende ondersteund worden om inclusief onderwijs voor alle leerlingen mogelijk te maken”, besluit Hilde Timmermans van de studiedienst van de Gezinsbond.
- einde persbericht -
Voor de uitvoering van dit onderzoek kon de Gezinsbond rekenen op de steun van het departement onderwijs en vorming.