Enkele maanden voor verkiezingen kleurt Gezinsbarometer van Gezinsbond rood
De gezinnen in Vlaanderen maken zich grote zorgen om hun koopkracht. De nieuwe resultaten van de Gezinsbarometer tonen aan dat werk hoe langer hoe minder financiële zorgeloosheid garandeert. Wordt koopkracht hét verkiezingsthema?
De Gezinsbarometer bevraagt elk kwartaal wat er leeft bij ouders in Vlaanderen met kinderen tussen 0 en 18 jaar. Er wordt gepeild naar het welbevinden en vertrouwen in vijf levensdomeinen: inkomen, relaties en welzijn, woonkwaliteit, toekomst van de kinderen en de combinatie werk en gezin. Kortom, hoe gaat het met de gezinnen in Vlaanderen? De globale index daalt verder naar 6,5 op 10. Maar het is vooral de inkomensindex die zorgwekkend laag staat. Op nog geen jaar tijd is deze van 6,3 naar 5,4 op 10 gegaan. De koopkracht van gezinnen staat onder druk. Vooral in de groep met het laagste opleidingsniveau zien we verontrustende resultaten.
Werk is geen garantie op financiële zorgeloosheid
Veel gezinnen maken zich zorgen over hun financiële situatie. Vooral opleidingsniveau, gezinssamenstelling en zorgnoden spelen een grote rol. Zo geeft 80% van de respondenten met enkel een diploma lager middelbaar onderwijs aan eerder moeilijk tot zeer moeilijk rond te komen met het gezinsinkomen. Bij de groep alleenstaande ouders is dit helaas niet veel beter, met 69%. Van de gezinnen met een gezinslid met een zorgbehoefte maakt 54% zich zorgen over het gezinsbudget. Een ander verhaal zien we bij de groep respondenten met een masterdiploma, waarvan slechts 13% aangeeft moeilijk tot zeer moeilijk rond te komen met het gezinsinkomen. ‘Gezinnen zijn tegenwoordig vaak doe-het-zelf gezinnen zonder de nodige tools en voorzieningen om ze daarbij te ondersteunen. Dat zien we terugkomen in de Gezinsbarometer. Het is duidelijk dat gezinnen met extra noden het vandaag zeer moeilijk hebben’, vertelt Ivo Mechels, voorzitter van de Gezinsbond.
Zelfs werk is hoe langer hoe minder een garantie op financiële zorgeloosheid. Maar liefst 32% van de beroepsactieve respondenten geeft aan eerder moeilijk tot zeer moeilijk rond te komen. 15% van de beroepsactieven geeft zelfs aan in het voorbije jaar financiële hulp te hebben gevraagd of gekregen van familie of vrienden. Ook de spaarreserves scoren slecht. 18% van de beroepsactieven heeft helemaal géén reserve. En nog eens 24% geeft aan een spaarreserve te hebben van minder dan 3 maand loon. ‘Nog geen jaar geleden bij de eerste resultaten van de Gezinsbarometer was dit respectievelijk nog 13% en 21%. De koopkracht van gezinnen staat echt hard onder druk, en het gaat verder de foute kant op. Dat zagen we ook in de recente resultaten van De Stemming en andere recente peilingen’, vertelt Mechels.
Hoe evolueert de Gezinsbarometer?
Alle deelindexen (inkomen, welzijn en relaties, wonen, toekomst van de kinderen en combinatie arbeid en gezin) staan op het laagste peil sinds de Gezinsbarometer vorig jaar voor het eerst werd afgenomen. Er zijn duidelijk twee realiteiten. Hoogopgeleide werknemers met een goedbetaalde job en extralegale voordelen hebben over het algemeen een groot welbevinden op alle levensdomeinen. De gezinnen aan de andere kant van het spectrum hadden het al moeilijk, en krijgen het hoe langer hoe moeilijker om alle rekeningen betaald te krijgen. ‘Als Gezinsbond zijn we bezorgd over deze evolutie. Het is voor ons duidelijk dat maatregelen om de koopkracht van gezinnen te beschermen en versterken dringend nodig zijn. Het is 5 voor 12’, besluit Mechels.